Monday, February 12, 2007
Impressie
Een prachtig staaltje architectuur op de Graanmarkt is de Bourlaschouwburg, die met zijn achterkant een zijde van het plein inneemt. De Bourlaschouwburg heeft iets vertrouwds. Ik ben er al veel binnen geweest, heb er zelf ooit op het podium gestaan en keer op keer blijf ik verwonderd. Het gebouw lijkt met veel zorg en oog voor detail neergezet. De schouwburg vormt een groot contrast met de modernere stadsschouwburg, dat een andere zijde van het plein inneemt. De twee schouwburgen lijken elkaar wel aan te kijken. De Stadsschouwburg is voor mij net een grote blok beton. Ik krijg er geen warm gevoel van, het laat me koud. En ook al ben ik er al vaak binnen geweest, dat betoverende gevoel dat ik heb bij de Bourlaschouwburg krijg ik er nooit, ook vandaag niet. Het standbeeld van Viktor Driessen aan het einde of het begin van ‘mijn boulevard’, ‘mijn laan’, staat trots op zijn sokkel en straalt gezag uit. In mijn herinnering dacht ik dat er meer café’s waren op de Graanmarkt, maar er zijn er slechts een paar. Café de Varkenspoot en Café de Duifkens, zijn kleine gildenhuizen, erg schattig en knus. Café de Markt en Café houten Clara zijn op de hoek tegenover de stadsschouwburg en zijn veel groter en moderner. Ze stralen geen gezelligheid uit. Terry’s pub staat te koop. Bij het weinige leven dat ik op deze dinsdagmiddag zie, vraag ik me af hoe het in de zomer zal zijn. Wanneer er terrasjes buiten zijn en veel mensen zich verzamelen op de Graanmarkt. Het maakt me benieuwd….
Toch probeer ik het plein vandaag ‘anders’ te bekijken; niet als een vanzelfsprekend gegeven, maar eerder als studieobject. Ik tracht de ruimte in haar totaliteit tot mij te laten doordringen.
Achteraan -gezien ter hoogte van café ‘Houten Clara’ op de hoek en met mijn rug richting stadsschouwburg- staat een standbeeld van Victor Driesens, acteur en directeur van de KNS in de 19de eeuw en een van de grondleggers van het Vlaams toneel in Antwerpen. Het eerder onopvallende beeld staat op enkele meters van de achterkant van de Bourla en wordt haast opgezogen door dit imposante gebouw. Ik vermoed dat vele Antwerpenaren bijgevolg niet weten wie deze rijzige figuur is, gehuld in een lange jas met hoed in de hand. Toch speelde Driessens een enorm belangrijke rol in de culturele geschiedenis van onze stad. Ik stel vast dat ik zelf ook nooit eerder de moeite deed om te achterhalen wie hier afgebeeld wordt en wáárom net op deze plek; tussen de Bourla en de stadsschouwburg.
Nog een ontdekking, aan de rechterkant van het plein, is het jezuïetenhuis ‘Agora’, een statig gebouw dat rust en sereniteit uitstraalt. Veel beweging in en rond valt er niet te bespeuren. Aan de linkerkant een gelijkaardig tafereel; een enorm gebouw dat schijnbaar levenloos en zeer statig staat te staan zonder op te vallen. Beide kanten van de Graanmarkt zijn toonbeelden van bescheidenheid en anonimiteit.
Minder opvallend is de Bourla zelf, een 19de eeuwse neoklassieke schouwburg die oorspronkelijk fungeerde als concertzaal. Dit prachtig bouwwerk biedt momenteel onderdak aan ‘Het Toneelhuis’ en behoort tot de mooiste en meest waardevolle gebouwen van de stad.
Rechts achteraan in de hoek van het plein bots ik op ‘De Duifkes’, een Antwerps horecamonument . Dit café ademt een sfeer uit van lang vervlogen tijden. Het is een van de weinige échte bruine kroegen die de stad vandaag de dag nog telt. Maar net zoals bij de andere ‘bezienswaardigheden’ op de Graanmarkt, is het een kwestie van ‘weten’. Veel passanten gaan er dan ook onwetend aan voorbij, richting groter en minder stil …
Friday, February 9, 2007
Impressie
Als ik op de Graanmarkt wandel, overvalt me meteen een gevoel van gezelligheid. De kleine kasseien, hoge lindebomen en houten banken lijken wel te roepen “Kom hier zitten!”. Dat doe ik dan ook. Ik laat ik m’n ogen het plein afdwalen.
Veel mensen wonen er niet op het eerste gezicht. Achteraan in de hoek heb je een trio schattige huisjes en verder vind je er een aantal horecazaken. Uit een van die horecazaken komen twee oudere dames naar buiten gewandeld. Het blijken tweelingzusjes te zijn, Maria en Victoire, 89 jaar oud. Elke zaterdag komen ze hier hun Hoegaerden drinken in café “De Duifkens”.
Uit een lelijk, bonkig pand iets verderop zie ik een pater wandelen. Het is een vriendelijke man, hij wil me graag helpen in m’n zoektocht naar informatie. Het pand, dat hij overigens ook zélf spuuglelijk vindt, is al een twintigtal jaren eigendom van de jezuïetenorde. Er wonen acht paters. De meeste van hen zijn nog actief aan de Universiteit Antwerpen of in het parochieleven. “Een rusthuis is het dus zeker niet”, lacht hij.
Wat ook opvalt, is dat er een parkeerverbod geldt op de Graanmarkt. Al zie ik toch enkele wildparkeerders. Jammer, want er is parkeergelegenheid genoeg rond de Bourla in de ondergrondse parkeergarages.
Ik ga iets drinken in café Gounod, pal naast de zwierige Bourlaschouwburg. Uitbaatster Lutgard spijkert me wat bij over de historie van de café’s in deze buurt. “Vroeger zagen de café’s er allemaal hetzelfde uit, met rode pluchen bekleding op de stoelen en rode gordijnen voor de ramen, waarachter je champagne mocht gaan drinken met een madame van de toog.” Ze benadrukt evenwel dat het geen bordelen waren. Ze is blij dat er meer diversiteit is gekomen door de jaren heen. Alleen betreurt ze het dat de buurt verschrikkelijk duur is geworden.
Ik werp nog een laatste blik op de Graanmarkt. Het is er heerlijk rustig en er heerst ook iets heel mysterieus vind ik. Ik zou er best willen wonen, al denk ik dat het er in de zomer wel veel drukker en minder aangenaam kan zijn door de massale toevloed van terrasgangers.